Category Archive: Magazine

  1. Muien, killers in de Noordzee

    Leave a Comment

    Ieder jaar weer komen honderden mensen is de problemen door sterke stromingen in de Noordzee, de muien. Een gezellig dagje naar het strand kan dan in een drama veranderen, vooral als iemand de sterke stroming, waarin hij is terechtgekomen, niet overleeft. En dat gebeurt te vaak, ondanks alle waarschuwende vlaggen en waarschuwingsborden. Die gevaarlijke stromingen zijn niet tot nauwelijks te zien en zeker niet voor dagjesmensen. Het beste advies: ga niet verder de zee in dan tot je navel.

    Zorgelijk is dat het totaal aantal verdrinkingen in Nederland ieder jaar weer stijgt. In 2020 waren er 107 slachtoffers volgens het CBS.

    Wat is een mui?
    De Vrijwillige Reddingsbrigade Bergen legt uit op haar website: “Een mui is een onderbreking of geul in of tussen zandbanken die loodrecht op het strand staat waardoor het water met veel kracht naar de zee stroomt met minstens vijf kilometer en soms wel zeven kilometer per uur. Als je in zo’n muistroom terechtkomt, word je een stuk meegevoerd de zee op. Muien brengen zwemmers vaak in de problemen, omdat men niet weet wat je dan moet doen en snel in paniek raakt.”

    Als je weet wat je moet doen, is het mogelijk om goed en gezond uit de mui te komen door het volgende advies op te volgen:
    • Raak niet in paniek.
    • Ga niet wild zwemmen tegen de stroom in.
    • Laat je meevoeren door de stroming.
    • Indien mogelijk, trek de aandacht van mensen door te zwaaien of hulp te roepen.
    • Als de stroming minder wordt, zwem dan schuin weg.
    • Ben je uit de stroming, zwem dan richting kust.
    • Rust uit als je weer grond onder je voeten voelt.
    • Loop terug naar het strand.

    Op YouTube is een animatie hierover te bekijken: https://www.youtube.com/watch?v=zJC5rRzIsu4, afkomstig van Reddingsbrigade Bergen.

    Op de poster van de reddingsbrigade.nl is duidelijk te zien wat je moet doen.
    Ontstaan muien
    Dan rijst nog de vraag: hoe ontstaan muien? Lang is gedacht dat een muistroom optreedt bij eb, als gevolg van het terugtrekkende water. Dat is echter een misverstand, vertelt Willem Verbeek, ingenieur en auteur op zijn website muien.nl: “De muistroom is het krachtigst als er sterke golven zijn. Er ontstaat dan branding op de zandbanken, en een hoger waterpeil in een zwin, een natuurlijke geul in buitendijkse gronden. Dat water wil terugstromen naar open zee. Bij branding breken sterke golven op een ondiepte, zoals een zandbank. De zandbanken zijn dan te herkennen aan de witte schuimmassa die daarbij ontstaat.”

    Oplossingen
    Een van de oplossingen om het gevaar van een mui tegen te gaan, lijkt voordehand liggen, een zwemverbod op de plek van een mui. Helaas is dat niet mogelijk, omdat muien zich regelmatig verplaatsen. Van dag tot dag is er een verschil in de ligging en de grootte van een mui door de sterkte en de richting van de golven en de waterstromingen.

    Er bestaan trouwens ook permanente muien, maar die zijn onnatuurlijk ontstaan, door bijvoorbeeld de aanleg van kustverdediging, pieren en strekdammen. Daar volstaat een zwemverbod wel.

    Na de buienradar en de muggenradar is men enige tijd bezig geweest met het ontwikkelen van een muienrader, een extra tool voor de reddingsbrigade om het zwemmen in zee veiliger te houden. Helaas is het experiment door geldgebrek gestopt en de realisatie van muienradar is in de ijskast gezet.

    Sindskort experimenteert de reddingsbrigade Den Helder met de inzet van drones om muien op te sporen en men onderzoekt ook of drones reddingsboeien naar een drenkeling kunnen brengen. De eerste resultaten zijn veel belovend.

    In de nabije toekomst zijn hopelijk de drones door de reddingsbrigade succesvol inzetbaar, naast de reddingsboten, reddingsscooters en andere materialen, en als ook de zeegenieters het advies ‘van niet verder dan tot je navel in zee’ zouden opvolgen, zou dat heel veel levens kunnen schelen.

  2. Blog: Bijt meer van je af

    Leave a Comment

    Ruim de helft van de Nederlandse gezinnen heeft één of meer huisdieren, waaronder 2,9 miljoen katten en 1,7 miljoen honden. In totaal gaat het om 27 miljoen huisdieren en één daarvan is een tropische zangvogel in mijn huis.

    Mijn Pietje is geen begenadigd zanger, verder dan een beetje ‘pieten’ komt hij niet. Dan ga je twijfelen of je toch een ‘pop’ in handen geduwd heb gekregen. Door middel van blazen heeft de dierenarts het geslacht kunnen bepalen (google maar even). Het blijkt toch een mannetje te zijn, maar dan met weinig noten op zijn zang. Dat laatste was volgens de dierenarts mijn eigen schuld. Volgens haar is Pietje verwend en krijgt hij te veel voer.

    Ik las in de krant dat het aantal huisdieren flink is toegenomen in coronatijd. Nu stap voor stap de coronamaatregelen opgeheven worden, is er weer een stijging te zien van het aantal verwaarloosde of onhandelbare huisdieren die bij de dierenopvang worden aangemeld. De lockdown doet in meerdere opzichten wat met ons. In het meest gunstige geval is Max de labrador verwend geraakt aan je constante aanwezigheid. Ga je terug naar kantoor is de kans groot dat het dier verlatingsangst ontwikkeld en je gaat bijten om te voorkomen dat hij alleen gelaten wordt. Afgezien van de cursus ‘had ik wel een huisdier moeten nemen’, is het goed om nog even in te gaan op bijtwonden.

    Is professionele zorg ingeschakeld, dan komen die alleen binnen als de bijter uit de buurt is. Hou daar dus rekening mee en meld het aan de centralist. Spoel de wond met lauw kraanwater als dat voorhanden is, bij grote uitgebreide letsels is het beter om de wond met rust te laten en te bedekken totdat de professionele hulpdiensten arriveren. Een bijtwond kan tot 8 uur later worden gehecht. De arts zal controleren of een tetanusprik nodig is. Bij infectiegevaar zullen antibiotica gegeven worden. Infecties manifesteren zich in lichte (rode) huidverkleuring tot levensbedreigende bloedvergiftiging en mogelijke amputaties van lichaamsdelen. Kattenbeten leiden vaker tot infecties (25 tot 50 procent) ten opzichte van hondenbeten (5 tot 15 procent). Kattenbeten zijn namelijk vaak diepe prikgaatjes waarbij de infectiekans groter is. Het merendeel van de mensen gaan niet naar de dokter met een bijtwond, daar is dus een belangrijke rol weggelegd voor de EHBO’er.

    Om nog even terug te komen op Pietje. Hij is op dieet gezet en hapt blijmoedig (hongerig?) in zijn zaadjes. Het zingen gaat inderdaad vooruit, al doet hij dat vooral als de stofzuiger of afzuigkap aan staat. Scrollend door Spotify zijn we beiden enthousiast over het nummer ‘Once Upon a Time in the West’ van Ennio Morricone. Het komt wel goed met ons, Pietje is een blijvertje.

  3. ‘Must see’ tentoonstellingen voor hulpverleners

    Leave a Comment

    Hulpverlening zit ons, leden van Nationale Bond EHBO, in het bloed. Menigeen kan maar geen genoeg krijgen van zijn vak of passie. Voor wie echt álles wil weten over het menselijk lichaam en (de geschiedenis van) gezondheidszorg in ons land, maakten wij een overzicht van ‘must see’ tentoonstellingen. Een leuk en handig naslagwerk, bijvoorbeeld voor een uitje tijdens de aanstaande kerstvakantie.

    Rijksmuseum Boerhave
    De microscopen van Antoni van Leeuwenhoek, de slingerklok van Christiaan Huygens, het eerste nierdialyse-apparaat van Willem Kolff en zelfs de vulpen van Albert Einstein. De collectie van Rijksmuseum Boerhaave – bestaande uit circa 120.000 objecten – is absoluut spectaculair te noemen. Het geheel weerspiegelt maar liefst vijf eeuwen wetenschapsgeschiedenis in Nederland.
    Een introductiefilm is het startpunt van uw bezoek aan Rijksmuseum Boerhave. In zeven minuten ervaart u waar het in de wetenschap – en in het museum-om draait: nieuwsgierigheid, lef, creativiteit en doorzettingsvermogen. Als het uzelf aan nieuwsgierigheid niet ontbreekt; dan kunt u op deze plek uw hart ophalen. Neem bijvoorbeeld plaats in het Anatomisch Theater, een getrouwe replica van het theater dat de Leidse Universiteit in 1594 aan het Rapenburg opende en waar een paar keer per jaar lijken van opgehangen, criminelen op de snijtafel belandden, om zorgvuldig door de hoogleraar anatomie van die tijd werd ontleed. De vitrines rond deze bijzondere plek vormen samen een imposant rariteitenkabinet waar u ogen en oren tekort zult komen.

    Tijdens een bezoek komt u er bovendien achter hoe uw voorgangers er vroeger uitzagen, tijdens een rondgang over de toonzaal die volledig in het teken staat van de geschiedenis van verplegerskleding. Meer actueel is de tentoonstelling Besmet! Die gaat over de uitbraak van, u raadt het al, besmettelijke ziekten en hoe die het leven kunnen ontwrichten. Enfin, u moet het eens met eigen ogen gezien hebben.

    Rijksmuseum Boerhaave – Leiden – www.rijksmuseumboerhaave.nl

    Corpus Experience
    Een bezoek aan Rijksmuseum Boerhave laat zich gemakkelijk combineren met een ‘reis door de mens’, ofwel een bezoek aan Corpus Experience. Op nog geen steenworp afstand van Boerhave, in de plaats Oegstgeest, vindt u dit interactieve museum over het menselijk lichaam. Bij aankomst springt direct het 35 meter hoge metalen zittend model van lijf in het oog. Deze roodbruine reus is slechts één van de vele indrukken die u op deze bijzondere plek zult krijgen.
    Tijdens de ‘reis’ van 55 minuten doorlopen bezoekers diverse organen uit het menselijk lichaam. Een roltrap brengt bezoekers naar de knie, het startpunt van de tour, waarna het grote ontdekken kan beginnen. Indrukwekkende film-, geur- en lichteffecten zorgen voor een extra dimensie. Adem mee in de longen, spring op de tong, loop door het oor, verwonder uzelf in de hersenen en maak een duizelingwekkende vlucht als rood bloedlichaampje in het 5D-harttheater.
    Aansluitend maakt u uw bezoek compleet in het interactieve gedeelte ‘mijn CORPUS’, met bijzondere tentoonstellingen en games die u alles bijbrengen over het menselijk lichaam. De leuke en leerzame speurtocht die door dit gedeelte van het museum leidt, is eveneens meer dan de moeite waard.

    Corpus Experience bezoeken met kinderen? Zeker doen! Deze educatieve attractie is geschikt voor alle nieuwsgierige mensen vanaf 6 jaar.

    Corpus Experience – Oegstgeest – www.corpusexperience.nl.

    BODY WORLDS
    Een heel andere kijk op het menselijk lichaam krijgt u tijdens een bezoek aan BODY WORLDS Amsterdam. Ook hier wordt u als bezoeker meegenomen op een fascinerende reis door ons lijf, hetzij aan de hand van meer dan 200 echte – geplastineerde – menselijke lichamen. Macaber? Helemaal niet. Kunstzinnig zouden we het eerder willen omschrijven. Op een bijzonder toegankelijke manier laat BODY WORLDS haar bezoekers kennismaken met de wereld van anatomie en fysiologie.

    De lichamen die u in BODY WORLDS ziet, tonen de complexiteit, veerkracht en kwetsbaarheid van het lichaam. Ze laten zien hoe onze organen werken én wat het effect is van veel voorkomende ziekten en gewoontes zoals roken. Vergelijkbaar met Corpus Experience is deze tentoonstelling verdeeld over meerdere verdiepingen, die telkens in het teken staan van een ander aspect van ons lichaam.

    Weten hoe uzelf in elkaar zit? Met de InBody Scan krijgt u inzicht in de opmaak van uw eigen lichaam en welke lichaamselen aandacht nodig hebben. De InBody Scan meet of uw lichaam in balans is. Leeftijd, geslacht en lichaamstype worden allemaal meegenomen in deze analyse. Een resultatenblad geeft u uiteindelijk inzicht in metingen rond vetmassa, spiermassa en water ratio. Een unieke interactieve, en tegelijkertijd educatieve, toevoeging aan uw bezoek.

    BODY WORLDS The Happiness Project – Amsterdam – www.bodyworlds.nl

  4. Nieuwe Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp gepubliceerd

    Leave a Comment

    Niet veel EHBO-verenigingen zijn al gestart met de herhalingslessen. Voor veel hulpverleners is dat het moment om de kennis op te frissen. Medio juni 2021 zijn de nieuwe Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp 2021 gepubliceerd, mede reden voor het Oranje Kruis om de 28ste editie van het boekje uit te brengen als officiële handleiding voor de EHBO.

    De nieuwe richtlijnen zijn gebaseerd op nieuwe wetenschappelijke inzichten en praktijkexpertise. Het gebruik van medische termen voor eerstehulpverleners is zo veel mogelijk vermeden om de richtlijnen zo simpel en eenduidig mogelijk te houden. Belangrijke wijzigingen zijn een aangepaste reanimatietechniek voor baby’s, de toevoeging van mentale eerste hulp en aangescherpte aanwijzingen voor alarmering van medische hulp.

    Reanimatie baby
    De reanimatietechniek bij baby’s is aangepast, er wordt onderscheid gemaakt in twee situaties.
    1. De eerstehulpverlener is alleen, er is niemand die 112 kan bellen, maar de eerstehulpverlener heeft wel een telefoon bij zich; dan hij moet eerst 5 maal beademen.
    2. De eerstehulpverlener is alleen, er is niemand die 112 kan bellen en de eerstehulpverlener heeft geen telefoon bij zich: dan moet hij eerst 1 minuut reanimeren.

    Mentale eerste hulp
    Vanwege de toename van de psychische problematiek in onze samenleving en daarmee de kans dat eerstehulpverleners hiermee in aanraking kunnen komen. Voor eerstehulpverlening is belangrijk om bij mentale zorg:

    – te letten op eigen veiligheid.
    – iemand gerust te stellen en probeer een veilige en kalme omgeving te creëren.
    – bied een luisterend oor.
    – probeer iemand uit een onveilige situatie te halen en bied emotionele steun.
    – help bij basisbehoeften als voedsel, water, deken en informeer naar het vinden van een plaats om te verblijven.
    – verwijs naar juiste informatie, zorg en hulp.
    Het is niet de bedoeling voor een eerstehulpverlener om in de schoenen van een professioneel hulpverlener te gaan staan, gedetailleerd in te gaan op de situatie, het slachtoffer onder druk te zetten om alles te vertellen en emoties daarover te delen. Die taken horen bij een zorgprofessional.
    Inschakelen professionele hulp
    De noodzaak van het bellen van 112 is voor EHBO’ers overduidelijk, al is ook het belang van de huisarts of spoedpost van de huisartsen onderschreven. In de nieuwe richtlijnen staat nu “Het is niet erg als 112 gebeld wordt in plaats van de huisarts of de spoedpost van de huisartsen of andersom. De zorgprofessionals zorgen voor de juiste hulpverlening.” is toegevoegd, omdat het regelen van hulp in mogelijk ernstige situaties prioriteit heeft en eerstehulpverlening niet moet worden vertraagd door het zoeken naar het juiste nummer.

    De volledige opsomming is te vinden op oranjekruis.nl.

    Initiatief
    Het opstellen van de nieuwe richtlijnen is een initiatief van Het Nederlandse Rode Kruis, Het Oranje Kruis, het Nederlands Instituut Bedrijfshulpverlening en de Nederlandse Reanimatie Raad. Binnen de eerstehulpverlening is het belangrijk dat iedereen in Nederland dezelfde handelingsperspectieven volgt. Niet alleen omdat daarmee slachtoffers na een ongeluk de beste zorg krijgen, maar ook omdat de eerste hulp hiermee goed aansluit op professionele zorgverlening.
    De NREH 2021 vormen het kader voor de eerste hulp eindtermen en daaruit voortvloeiende lesstof. Hierbij is het uitgangspunt dat de te verlenen eerste hulp (EHBO) altijd gericht moet zijn op het bevorderen van het herstel van het slachtoffer en/of voorkomen van verslechtering van de situatie. Regelmatig worden deze richtlijnen geëvalueerd en indien nodig iedere 5 jaar bijgesteld. Hierbij wordt aangesloten bij de cyclus van de Nederlandse Richtlijnen Reanimatie van de Nederlandse Reanimatie Raad (NRR).

    Breed draagvlak
    De NREH is tot stand gekomen dankzij een werkgroep onder leiding van Dr. L. Geeraedts, traumachirurg van het VUmc. De werkgroep bestond uit vertegenwoordigers van voor de eerste hulp relevante (medische) beroepsgroepen en organisaties, waaronder de Nederlandse Vereniging van Medisch Managers Ambulancezorg, Nederlandse Vereniging van Spoedeisende Hulp Artsen en Stichting Spoedeisende Hulp bij Kinderen. Daarnaast zijn alle belanghebbende organisaties in de gelegenheid gesteld input te leveren tijdens de ontwikkeling van deze richtlijnen.

    Wetenschappelijke basis
    Doordat de NREH zowel zijn gebaseerd op (internationaal) wetenschappelijk onderzoek als op de meningen van zorgprofessionals, zijn het wetenschappelijke richtlijnen die aansluiten bij de praktijk. Zo hebben ambulance- en huisartsenzorg vastgesteld bij welke letsels en ziekten de huisarts of 112 gebeld dient te worden. Bovendien zijn de richtlijnen aangepast aan de Nederlandse gezondheidszorg, waarmee ze aansluiting geven op de behandelingen van de nationale zorgprofessionals.

    De International First Aid Resuscitation and Education Guidelines 2020 van de Internationale Federatie van Rode Kruis en Rode Halve Maan-verenigingen (IFRC) vormen de basis van de NREH. Daarnaast is ervoor gekozen de reanimatie richtlijnen 2021 van de Nederlandse Reanimatie Raad integraal over te nemen. Tegelijkertijd met de nieuwe Richtlijnen is ook een uitgebreide toelichting gepubliceerd. Hierin wordt uitgelegd welke veranderingen zijn doorgevoerd in de NREH 2021 ten opzichte van die van 2016, en waarom. Omdat eerste hulp soms verder gaat dan passantenhulp, hangt het van de rol van de hulpverlener af welke handelingen uit de NREH moeten worden uitgevoerd.

    Kenniscentrum
    Om op meer regelmatige basis overleg rondom eerstehulphandelingen te creëren, wordt een nationaal kenniscentrum Eerste Hulp opgericht. De belangrijkste doelstelling van dit centrum is de Nederlandse Richtlijnen Eerste Hulp (NREH) actueel te houden op basis van de laatste wetenschappelijke inzichten. Het kenniscentrum zal gaan dienen als overlegorgaan voor alle organisaties eerste hulp.

  5. Aankondiging verschijning Magazine Eerste Hulp

    Leave a Comment

    Rond 9 april verschijnt Magazine Eerste Hulp, weer boordevol interessante artikelen. Leuk om te vermelden is dat er een drietal interviews in staan met zowel senior als junior EHBO’ers. Wilt u ook een keer uw EHBO-ervaringen delen met andere leden van de Nationale Bond EHBO? Of kent u iemand met een bijzonder verhaal op het gebied van EHBO? Laat het weten via het secretariaat (secretariaat@nationalebond.nl). 

  6. ‘EHBO zorgt ervoor dat ik me beschermd voel’

    Leave a Comment

    Hannie de Vegt zit al 30 jaar in het EHBO-vak

    “Moet je je voorstellen dat iemand die ooit EHBO-les van mij heeft gehad, mijn stem met instructies in haar hoofd hoorde, terwijl ze haar man aan het reanimeren was. Toen kreeg ik echt kippenvel op mijn armen”, zegt EHBO-instructrice Hannie de Vegt. “Helemaal toen ik zag dat hij gezond en wel naast haar zat.”

    De nu 60-jarige Hannie de Vegt is reeds 30 jaar werkzaam in de EHBO. Ook nu na haar pensioen geeft ze nog steeds les bij een EHBO-vereniging, in Noordwolde. Haar carrière startte ze als bewaarster in het gevangeniswezen in haar geboortestad Rotterdam. “In het kader van de Bedrijfs Zelfbescherming (zeg maar voorloper van BHV), was ik ook betrokken bij de brandweer. Na twee jaar heb ik bij het afdelingshoofd aangevraagd of ik EHBO zou mogen doen. Ik moest even geduld hebben, maar toen is het gelukt in 1988.”

    Instructeur
    De opleiding voor bewaarster in het Drentse Veenhuizen deed haar de stap nemen om van Zuid-Holland te verhuizen naar het dichterbij gelegen Friese Appelscha. Na de opleiding vond zij ook een baan in de gevangenis in Veenhuizen. Naast het opstellen van het brand- en ontruimingsplan, is ze gestart met het volgen van de herhalingslessen bij de EHBO-vereniging in Appelscha om haar diploma geldig te houden. “Mijn baas zag hoe leuk ik het vond om kennis over te dragen en gaf mij de kans om ook instructeur eerste hulp te worden, dat was in 2000. Mijn eerste cursisten waren twaalf gedetineerden, het examen vond binnen de gevangenismuren plaats.”

    Strijkijzer
    Uit de gevangenis in Veenhuizen is ook een jeugdinrichting ontstaan. “Een vastomlijnd programma was er niet en tijdens mijn eerste les kreeg ik een portofoon mee en twaalf kinderen.” Vier docenten waren er weggepest en ook bij De Vegt probeerden ze de grenzen op te zoeken. Vaak kon ze de situatie met een kwinkslag weer naar haar hand zetten: “Zo vroeg een van hen of ik bang voor hem was. Toen antwoorde ik, nee joh….. als ik jouw vader hiernaast (in de gevangenis) onder de duim kan houden, dan kan ik jou ook wel aan. Een lachsalvo was dan het resultaat.” Dat de EHBO-kennis van pas kon komen, daarvan waren de kinderen zich goed bewust. Steekincidenten kwamen wekelijks voor. Theorie en praktijk volgen elkaar dan snel op. ”Een les over brandwonden is mij altijd bijgebleven. Om die wonden te tonen, trok een van de jongens zijn shirt uit en liet vijf afdrukken van een strijkijzer op zijn rug zien. Resultaat van het feit dat zijn moeder boos op hem was geworden.” Het gedrag rechtvaardigt niet alles, maar het verklaart een beetje.

    Ontruimingsoefening
    Bij een instelling voor mensen met een beperking risicovol en onbegrepen gedrag heeft De Vegt ook het diploma ‘instructeur brand’ gehaald, waarna zij zowel medewerkers als cliënten heeft opgeleid als BHV’er. Bij de open universiteit in Utrecht is zij afgestudeerd als preventiemanager. “Toch is preventie lastig gebleken bij deze instelling voor mensen met een beperking. Agressie is namelijk het grootste risico en daar is moeilijk op te anticiperen. Door ervaring leer je de mensen te ‘lezen’ en een inschatting maken of een onveilige situatie gaat opbouwen.” Dat mensen niet altijd volgens plan reageren, bleek wel toen er een ontruimingsoefening werd gehouden en een van de cliënten zich onder zijn bed ging verschuilen, uit angst voor het signaal van de slow-whoop. Rustig blijven en de situatie uitleggen, maakt de situatie dan hopelijk meer overzichtelijk als er daadwerkelijk ontruimd moet worden.”

    Groep 8
    Naast haar werkzaamheden voor EHBO Noordwolde geeft zij les aan groep 8 van de basisschool. “Je merkt hoe leuk ze EHBO vinden. Op de middelbare school staat aandacht voor EHBO niet hoog op de agenda. Je zou eigenlijk iets moeten verzinnen om deze kinderen tussen 12 en 16 jaar al bij een EHBO-vereniging te betrekken. Het officiële EHBO kunnen ze dan misschien nog niet halen, maar lessen aanbieden en de mogelijkheid om te oefenen wel.”

    Door corona zijn de lessen aan groep 8 een beetje anders. “Nu vragen we de leerlingen om bijvoorbeeld een filmpje te maken van het geven van eerste hulp bij een neusbloeding. Daar zitten prachtexemplaren tussen.”

    Jezelf kunnen redden
    De behoefte van het gevoel aan veiligheid en bescherming is naar alle waarschijnlijkheid ontstaan toen ze op 15-jarige leeftijd wees werd. “Je wordt teruggeworpen op jezelf en ontdekt het belang van jezelf kunnen redden. Dat je bij een calamiteit weet hoe te handelen. EHBO is altijd mijn lust en mijn leven geweest. Toch is het goed om nu na mijn pensioen een stapje terug te doen en tijd te maken voor nieuwe hobby’s. Ik vind het mooi hoe ik mijn steentje heb kunnen bijdragen via de EHBO in het leven van anderen”, zegt Hannie de Vegt tot besluit.

  7. Legaal maar niet veilig: 3-MMC

    Leave a Comment

    Gebruik nieuwe designerdrugs neemt toe

    Nadat afgelopen jaar de organisatie van festivals, feesten en overige evenementen op een extreem laag pitje stond, kan in 2021 hopelijk de deur weer open gezet worden. EHBO-posten kunnen te maken krijgen met de 3-MMC. Onder veel jongeren groeit de belangstelling voor deze nieuwe designerdrug.

    3-MMC staat voor methylmethcathinone, maar wordt in straattaal ook wel ‘Poes’ genoemd. Niet voor de poes is in ieder geval de werking van 3-MMC die een combinatie is van cocaïne en xtc. In tegenstelling tot ‘traditionele drugs’ is 3-MMC via legale webshop en smartshops te bestellen, ook als je minderjarig bent. Omdat het legaal is, is het ook goedkoper. Het is opvallend dat de signalen van stijgend gebruik veel uit dezelfde regio’s komen, met name Oost-Nederland.

    Wat is het
    Designerdrugs zoals 3-MMC worden ook wel Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS) of Research Chemicals genoemd, omdat ze in eerste instantie vooral bedoeld zijn voor onderzoek naar medicijnen. Maar producenten ontdekten dat je met die legale stoffen ook drugs kunt maken die qua effect erg lijken op bijvoorbeeld xtc of cocaïne. Ze worden in laboratoria gemaakt met een structuur die net niet illegaal is. Hierdoor staan ze niet op de Opiumlijst en kan je ze dus legaal bestellen. Wanneer een middel legaal verkrijgbaar is, ontstaat vaak een onterecht gevoel van veiligheid. Men verwacht dat de overheid middelen die echt gevaarlijk zijn wel verbiedt. Hier gaat die vlieger niet op. 3-MMC is voortgekomen uit 4-MMC. Ondanks dat beide stoffen bijzonder veel op elkaar lijken, is 3-MMC legaal verkrijgbaar. 4-MMC, ook wel ‘Miauw’ genoemd, staat daarentegen op de dopinglijst.

    Verschijningsvorm
    3-MMC is een amfetamine-achtige stof die vaak wordt verkocht als kristalachtig wit poeder, dat vervolgens door gebruikers wordt opgesnoven. Gebruikers voelen zich alert, blij en voelen geen vermoeidheid. Ze hebben vaak behoefte om contact te maken met anderen. Ook ervaren ze meer zelfvertrouwen en soms meer zin in seks. Vaak nemen jongeren 3-MMC, omdat ze een soort legale versie van xtc willen proberen. Xtc is niet verslavend, maar experts hebben signalen dat 3-MMC dat wel is. Dit komt door de sterke ‘craving’ die gebruikers ervaren, waardoor ze de drug vaker willen gebruiken. De werkingsduur van 3-MMC is 4 tot 6 uur.

    Wat doet het?
    De effecten zijn vergelijkbaar met andere stimulerende drugs, zoals onrust en hyperactiviteit. Maar ook een hoge hartslag, hoge bloeddruk, pijn op de borst en soms ook echt een heel snelle lichaamstemperatuur. In ernstige gevallen zie je dat mensen epileptische aanvallen krijgen, in coma raken en soms zelfs overlijden. Omdat er weinig onderzoek is gedaan, is er weinig bekend over de specifieke risico’s van 3-MMC. Wel is duidelijk dat hoge doseringen en combinatiegebruik met andere drugs of alcohol de risico’s vergroten. Negatieve effecten op een rijtje:

    • verhoogde lichaamstemperatuur
    • angst/ paranoïde gedachten
    • hallucinaties
    • spierspanning
    • misselijkheid
    • rusteloosheid
    • hoofdpijn
    • hartkloppingen
    • drang om opnieuw te gebruiken

    Sommige gebruikers geven aan dat het gebruik een hevige kater kan geven: een vermoeid gevoel door het niet slapen en onvoldoende/niet eten.

    Plan van aanpak voor EHBO’ers
    Als EHBO’er bij een evenement zijn er enkele aandachtspunten. Zo is het belangrijk om iemand die een extreem angstige reactie vertoont, direct weg te halen uit alle prikkels. Probeer contact te maken en te houden. Monitor alle vitale functies en bel in ieder geval 112. Voor de professionele hulpverleners is het belangrijk om te weten om welke drugs het gaat. Mensen die middelen gebruiken die elkaar versterken, kunnen nogal ongeremd en opgefokt reageren. Denk daarbij altijd aan je eigen veiligheid. Ga bij festivals ook regelmatig op patrouille en neem een paar extra isolatiedekens mee. Door gebruik van alcohol of drugs kan iemand zo verdoofd raken dat hij snel onderkoeld raakt.
    Wet
    Volgens de Opiumwet in Nederland is het verboden om drugs te produceren, te verhandelen of te bezitten. 3-MMC valt vooralsnog onder de ‘Warenwet’ en is dus legaal. Momenteel ligt er een wetsvoorstel waarin de verschillende groepen NPS worden verboden. Dit om te voorkomen dat drugsproducenten de Opiumwet omzeilen door met een kleine wijziging in de chemische structuur van een harddrug een nieuwe, op dat moment legale, NPS op de markt te brengen. 3-MMC is daar een voorbeeld van, het middel valt onder een van die te verbieden groepen (de cathinonen). Zodra de cathinonen onder de Opiumwet vallen, zal productie van en handel in 3-MMC illegaal zijn. Het conceptwetsvoorstel maakt het mogelijk om groepen stoffen in één keer te verbieden, op basis van de chemische structuur. Het is de bedoeling dat het wetsvoorstel in het voorjaar van 2021 in de Tweede Kamer besproken wordt.

  8. Dementie op jonge leeftijd

    Leave a Comment

    Dementie is niet het eerste waar je aan denkt wanneer iemand conflicten heeft op het werk of zich minder betrokken opstelt naar zijn of haar gezin. Stress, depressie of relatieproblemen liggen dan meer voor de hand. “Daar zit nu juist het probleem”, zegt neuroloog dr. Yolande Pijnenburg van Alzheimercentrum Amsterdam, “door het uitblijven van de diagnose kan het al verwoestende effecten hebben”.

    We lopen allemaal wel eens de trap op om vervolgens vergeten te zijn wat we daar boven kwamen doen. Of hoe die acteur uit de film ook al weer heette. Vaak gaat het dan om concentratieproblemen, dat overkomt de besten van ons. Dr. Pijnenburg: “De alarmbellen moeten afgaan als je geen nieuwe dingen meer kunt leren, je verandert van gedrag of moeite hebt met waarnemen. Als je deze symptomen bij je zelf constateert of bij mensen om je heen, dan is het belangrijk om naar de dokter te gaan.” Meer voorbeelden zijn het krijgen van sociale problemen op het werk of moeite om het werk af te maken. In de thuissituatie kan men zich anders gaan gedragen: afwezig of juist heel snel geëmotioneerd. Ook het huishouden kan een probleem worden. Dingen die men vroeger met gemak deed, lukken nu ineens niet meer.
    Medische molen
    “Mensen die bij ons op de polikliniek komen, hebben vaak al een heel traject achter zich liggen. Daardoor kan de dementie al heel grote gevolgen hebben op het werk, gezin en contact met de kinderen. Het klinkt misschien raar, maar we merken dat mensen opgelucht zijn als er een diagnose dementie komt, omdat dit veel verklaart. Ze weten dan dat het door een hersenziekte komt, dat men er niets aan kan doen. Dit besef is weliswaar moeilijk te accepteren, maar geeft je ook duidelijkheid.” Belangrijk is ook dat wanneer de diagnose is gesteld, dat men toegang heeft tot de juiste zorg en goede begeleiding.

    Dementie
    Dementie is een ziektebeeld waarbij de geestelijke vermogens ernstig zijn afgenomen. Als gevolg hiervan kan iemand dagelijkse handelingen, die voorheen moeiteloos werden gedaan, minder goed of niet meer uitvoeren. Het gaat dan om handelingen als zich aankleden, het bereiden van voedsel, correcte inname van medicatie, of het betalen van rekeningen. De meest voorkomende vorm van dementie is de ziekte van Alzheimer (70 procent), gevolgd door vasculaire dementie (16 procent). Mensen met dementie leven gemiddeld acht jaar met de ziekte. Gedurende het ziekteproces neemt zowel het aantal als de ernst van de klachten toe. Er is geen genezing mogelijk voor dementie, uiteindelijk overlijdt een patiënt aan de gevolgen ervan. Dementie is na kanker en hart- en vaatziekten de meest voorkomende doodsoorzaak in Nederland.
    Tien signalen van dementie
    Om helderheid te krijgen in de situatie én zo snel mogelijk de juiste hulp in te kunnen schakelen, is een vroege diagnose wenselijk. Als je enkele van onderstaande punten herkent, is dat mogelijk een indicatie dat een persoon dementie heeft.

    • moeite met het opnemen en verwerken van nieuwe informatie
    • stemmingswisselingen of onverschilligheid
    • overzicht verliezen in drukke situaties
    • onaangepast gedrag of opmerkelijk gebrek aan initiatief
    • mensen in de omgeving krijgen steeds vaker het gevoel dat er iets niet klopt
    • gebruik van eenvoudigere taal, zoeken naar woorden
    • meer moeite met het gebruik van apparaten
    • karakterverandering
    • aannemen van andere rol op werk en in gezin, afhankelijker en onzekerder
    • behandeling van klachten heeft geen effect

    Cijfers
    In Nederland hebben ongeveer 15.000 mensen die jonger zijn dan 65 jaar dementie. Dementie op jonge leeftijd begint meestal tussen 40 en 65 jaar. In 2021 hebben ongeveer 290.000 mensen de diagnose dementie. Gemiddeld duurt het veertien maanden voordat de diagnose wordt gesteld. Bij jonge mensen duurt dit gemiddeld meer dan vier jaar.

    Omgaan met dementie
    Praat in korte zinnen. Gebruik in elke zin maar één boodschap en stel één vraag per keer. Wacht even totdat je reactie krijgt. Vraag of zij jou begrepen hebben.
    Trek de aandacht wanneer je iets wilt zeggen. Maak oogcontact en leg voorzichtig even je hand op de arm van de persoon met dementie. Maak geen onverwachte of snelle bewegingen.
    Sta open voor de ander en kijk hoe je het beste contact kunt maken. Vraag toestemming (“vindt u het goed als…”) voordat je handelt. Dat stelt gerust en zo laat je de regie bij de persoon met dementie.
    Geef complimentjes! Iemand kan zo het gevoel hebben iets (nog) goed te kunnen en iemands eigenwaarde kan daardoor groeien. Corrigeer zo min mogelijk.
    Vraag niet te veel naar feiten en gebeurtenissen van vandaag of gisteren. Vraag bijvoorbeeld: “Hoe was uw dag?” of: “Heeft u een prettige dag gehad?” in plaats van “Wat heeft u gisteren/vandaag allemaal gedaan?”

    Hoop
    “We doen veel onderzoek in de vijf Alzheimercentra in Nederland. Het sneller stellen van de juiste diagnose is daarvan een gevolg. Ook werken we samen in internationaal verband. Ik geloof er sterk in dat wanneer we onze krachten blijven bundelen, we steeds betere medicijnen zullen vinden”, zegt dr. Pijnenburg tot besluit.

  9. Blog: Ode aan Fred

    Leave a Comment

    Nu het vaccinatieprogramma op stoom lijkt te komen, kunnen we voorzichtig vooruit gaan kijken. Kunnen we gewoon weer terug naar het ‘oude normaal’? Maar willen we dat eigenlijk wel?

    Veel kan nu even niet. Stiekem vind ik een aantal gevolgen van de anderhalvemetersamenleving wel fijn. Duidelijkheid over het schudden van handen (gewoon niet doen), het drie-kussen-ter-begroeting en het drie-kussen-bij-afscheid (gewoon niet doen), handen wassen na wc-bezoek (gewoon wel doen). De coronakilo’s zijn minder fijn. Meer wandelen heeft dit nog niet verholpen. Komt ook doordat mijn wandelmaat en ik de stappentellers naast elkaar leggen onder het genot van een stukje appeltaart.

    Boos, bozer, boost
    Een jaar geleden dacht je bij iemand met een mondkapje aan een verdwaalde toerist. Inmiddels steken we de straat over als je iemand tegenkomt op dezelfde stoep. Het virus heeft zijn weerslag op zowel medisch, maatschappelijk als economisch vlak. Je hoeft de tv maar aan te zetten en de voor- en tegenstanders van de maatregelen wrijven elkaar feiten onder de neus (misschien in dit verband niet handig zo te noemen) en in het ergste geval zelfs onlusten. Als we niet oppassen worden en blijven we allemaal boos en gefrustreerd, daar maak ik me soms ook schuldig aan. Maar dan is er ook……Fred. Hij toverde een lach en een traan op vele gezichten met zijn spontane actie.

    Puur, puurder, puurst
    Wie is Fred zult u misschien zeggen. Typ in Google eens ‘Fred Hugo de Jonge’ in. Dan ziet u het vast wel (weer). Fred is niet van de anderhalve meter. Na een paar maanden van lockdown in de instelling waar Fred woont, is er licht aan het eind van de tunnel. Licht dat het vaccin heet. Een vaccin dat de wereld van Fred weer wat groter zal maken, waarbij hij ook weer familie, vrienden en begeleiding kan knuffelen. Fred kreeg in januari zijn eerste prik in aanwezigheid van demissionair minister Hugo de Jonge. Een minister die in de ogen van Fred er persoonlijk voor gaat zorgen dat de wereld van Fred groter gaat worden. Fred geeft hem daarvoor een grote knuffel, waarbij die anderhalve meter even is vergeten. Gelukkig weet De Jonge dit op waarde te schatten en beantwoordt deze omhelzing, tegen alle protocollen in.

    Fred behoort tot een kwetsbare doelgroep. Regelmatig wordt de oproep gedaan om deze af te schermen, zodat een deel van de maatregelen opgeheven kan worden. Kwaliteit van leven moet bij iedereen hoog in het vaandel staan, kwetsbaar of niet. Fred staat voor mij voor het feit dat we allemaal worstelen met het virus. Fred is puur in zijn reactie, geen verborgen agenda, geen gemor in de zijlijn. Wees na de pandemie meer als Fred. De wereld zal er in ‘post-coronatijd’ weer een beetje zachter door worden. Ik bevind me daarvoor in ieder geval in goed gezelschap.

  10. Mondkapjes bij burgerhulpverlening

    Leave a Comment

    Sinds 1 december 2020 is in Nederland het dragen van een mondkapje verplicht in alle openbare en overdekte ruimten, in het onderwijs, het openbaar vervoer en bij contactberoepen. Hoewel de effectiviteit – ook binnen de wetenschap – wordt betwist, is het vooral onderdeel van een pakket aan maatregelen.

    Hoewel het voor EHBO’ers tegennatuurlijk aan zal voelen, zal de eerste beoordeling van de mate van hulp aan een slachtoffer op anderhalvemeter afstand zijn. Kun je wachten op een ambulance (met personeel in beschermende kleding) of is het verantwoord iemand anders instructie te geven? Zo nee, dan dien je zelf deze hulp te verlenen, tenzij je jezelf daarbij in gevaar brengt. Als je over verbandmaterialen beschikt, is het zeer aannemelijk dat er ook handschoenen aanwezig zijn. Grote kans dat je een (niet-medisch) mondkapje – door de wetgeving – bij je hebt, zet die dan ook vooral op. Bij reanimatie tijdens de coronapandemie wordt geen mond-op-mond-masker toegepast (volgens richtlijn van NRR 9 oktober 2020). Het mondkapje werkt alleen als je het echt zorgvuldig gebruikt. Daarna natuurlijk goed de handen wassen.

    Besmetting
    Het coronavirus (SARS-CoV-2) verspreidt zich via druppels uit longen, keel of neusholte. Als andere mensen die druppels inademen, of bijvoorbeeld via de handen in de mond, neus of ogen krijgen, kunnen zij besmet raken met het virus. Bekend is dat mensen vooral via de wat grotere druppels besmet worden. De grote druppels komen niet zo ver (zelden verder dan 1,5 meter). Het is op dit moment niet duidelijk of de kleine druppels (aerosolen), die in de lucht blijven hangen, een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Mochten ze een rol spelen in de verspreiding, dan is dit een minder belangrijke verspreidingsroute dan van de grotere druppels. Het beeld van de verspreiding van SARS-CoV-2 is hetzelfde als dat van andere virussen die door grote druppels worden overgedragen. Het mondkapje werkt alleen als je het echt zorgvuldig gebruikt.

    Verschil
    Wegwerpmondkapjes die in drogisterijen en supermarkten worden verkocht, zijn mondmaskers die onder de noemer niet-medisch vallen. Het verschil tussen medische en niet-medische mondkapjes zit hem in de functie. Medische mondkapjes beschermen de drager. Niet-medische
    mondkapjes bieden vooral bescherming aan mensen in de nabije omgeving van de drager. Een niet-medisch mondkapje zorgt er namelijk voor dat het risico, dat druppels uit de mond en neus worden verspreid naar de omgeving, wordt verkleind. Een ander belangrijk verschil is dat medische mondkapjes moeten voldoen aan Europese richtlijnen en Nederlandse normen. Deze maskers worden dus gecontroleerd.

    Mondkapjes zijn grofweg in drie soorten onder te brengen: niet-medische, FFP-mondneusmaskers en chirurgische maskers.

    Niet-medische mondmaskers
    De effectiviteit van een niet-medisch mondkapje hangt sterk af van de kwaliteit van de materialen, pasvorm en de wijze waarop de gebruiker met het mondkapje omgaat. De term mondkapje dekt de lading niet helemaal, het moet ook over de neus worden gedragen om effect te hebben. Er zijn geen officiële richtlijnen of wettelijke eisen waar de maskers aan moeten voldoen.

    Chirurgische maskers
    Chirurgische maskers zijn blauw met wit, bestaan uit drie typen (I, II en IIR) en worden in Nederland vooral door zorgverleners gebruikt. De maskers sluiten minder strak aan op het gezicht dan FFP-mondmaskers en zijn daardoor minder effectief in het beschermen tegen virussen. Het IIR masker is niet-vochtdoorlatend. Het is bedoeld ter bescherming van de neus- en mondslijmvliezen tegen spatten van lichaamsvloeistoffen. Het RIVM adviseert type IIR mondmaskers te gebruiken bij algemene zorghandelingen, ook bij patiënten die besmet zijn met het coronavirus. Je kunt aan het mondneusmasker zelf niet zien welk type het is. Om vergissingen te voorkomen, wordt in instellingen vaak maar één type (IIR) gebruikt. Binnen de zorg zijn richtlijnen opgesteld voor het gebruik van FFP-maskers en wanneer een chirurgisch mondmasker voldoende bescherming biedt.

    Glimlach
    Afgelopen maanden zagen we dat intensivisten en verpleegkundigen, wanneer zij volledig uitgedost waren in beschermingsmiddelen, toch een foto van henzelf op de kleding droegen. Het geeft aan hoe belangrijk zij het contact met de patiënten vinden. Een van de belangrijkste vormen van eerstehulpverlening is wel het geruststellen van het slachtoffer. Hieronder vallen alle varianten van ‘ik ben bij je, ik blijf bij je en ik ga alles doen wat in mijn macht ligt om je te helpen’. Bij het dragen van een mondkapje zijn non-verbale communicatiemiddelen deels uitgeschakeld. Bedenk dan dat een oprechte glimlach altijd de ogen bereikt.

Word nu lid van de Nationale Bond EHBO

Schrijf je hier in